Aan de ene kant demonstrerende staatsweigeraars, aan de andere kant overijverige politieagenten – in de Weense “Tatort” is er een groot tumult


Het hoeft geen slecht teken te zijn als de detective aan het eind van een "Tatort" vraagt: "Op wie zijn we eigenlijk uit?" Het staatsweigerende drama “We zijn onbegrijpelijk!” is geweldige cinema met een subtiel plot. Niets is hier wat het lijkt. En dus moeten de rechercheurs Fellner en Eisner (Adele Neuhauser en Harald Krassnitzer) zich een weg banen door een zaak die in alle opzichten grensverleggend is.
NZZ.ch vereist JavaScript voor belangrijke functies. Dit wordt momenteel geblokkeerd door uw browser of advertentieblokkering.
Pas de instellingen aan.
Al wekenlang marcheren er demonstranten door Wenen. Er zijn er tienduizenden. Ze zijn om verschillende redenen ontevreden over de autoriteiten. Van uiterst links tot uiterst rechts is alles aanwezig. Er zijn anti-vaccinatie-activisten, complottheoretici en anti-homo-activisten. Er is ook een luidruchtige groep die beweert dat Oostenrijk al lang door de politie wordt geregeerd.
Snijwond aan de achterkant van het hoofdTijdens een van de demonstraties zakt een jonge demonstrant in elkaar. Hij heeft een grote bloedende wond aan de achterkant van zijn hoofd. De politie, die hopeloos overweldigd is, maakt achteloos gebruik van wapenstokken. Dit zou een klassiek geval van autoritair geweld zijn. Inclusief de dood.
Natuurlijk is de zaak niet zo eenvoudig. Het is verontrustend ingewikkeld. Deze “Tatort” bewijst dat de publieke televisie over intelligentie kan beschikken. Fellner en Eisner bewegen zich vrolijk en grappend als nooit tevoren door verschillende milieus.
Het slachtoffer, de jonge Jakob Volkmann (Tilman Tuppy), komt uit een goed gezin, maar heeft zich de laatste jaren aangesloten bij complottheoretici. Hij maakte deel uit van een organisatie genaamd Kapo, Combat-Ready Extra-Parliamentary Opposition.
Het probleem met deze staatshaters: ze hebben geen herkenbare leiderschapsstructuur. De twee rechercheurs zijn niet de enigen die in het duister tasten tijdens hun onderzoek. Het blijkt dat de staatsveiligheidsdienst ook onderzoek doet naar de groep. En de politiechef laat zich meeslepen door een weinig presidentiële formulering: "De regering is doodsbang."
Potentiële parlementsleden die het Amerikaanse model volgen, zouden onderweg kunnen zijn. QAnon in het Oostenrijks: Een groep die zichzelf Libertalia noemt en wellicht in Wenen de grote Europese opstand aan het repeteren is. Wanneer de geheime Kapo der Kapo ten tonele verschijnt, een staatloze voormalige vreemdelingenlegioensoldaat, spreekt hij de prachtige zin uit: "Wat zou men in het mooie Oostenrijk doen zonder de conjunctief?"
Wie is de dader, wie is het slachtoffer?Het Weense “Tatort” is een spel met politieke mogelijkheden. Hij pakt actuele gevallen aan van mensen die de democratie gevaarlijk beu zijn en beperkt zich vervolgens tot het individu. Scenarioschrijver en regisseur Rupert Henning heeft de personages zorgvuldig getekend en ze niet overdreven op een karikaturale manier, zoals gebruikelijk is op televisie.
Dan is er de jonge, strijdbare links-groene moeder. Er zijn ouders die het activisme van hun kinderen veroordelen met overtuigende gezichtsuitdrukkingen. Er zijn overijverige politieagenten die elke demonstrant als vijand zien. Deze keer krijgt rechercheassistente Meret Schande (Christina Scherrer) de kans om boven zichzelf uit te stijgen en belandt ze niet alleen in fysiek gevaar, maar ook in een veld vol nieuwe verwarring. Wie is de dader, wie is het slachtoffer? Wie is de vijand en wie is de informant?
Adele Neuhauser en Harald Krassnitzer gedragen zich met de voor hen karakteristieke voorzichtigheid. Twee mensen op de rand van de pensioengerechtigde leeftijd die nieuwe tijden tegemoet gaan. Ze willen hun blik niet afwenden en dus volgt er op het einde een echte confrontatie. Of een groot tumult, zoals commissaris Fellner zegt.
“Tatort” uit Wenen: “We kunnen het niet geloven!” Zondag, 20:05/20:15 uur, SRF 1 / ARD.
nzz.ch